Reisverslag Tour Erasmushuis door Indonesië
Ik was buitengewoon verheugd toen ik hoorde dat mijn naam werd voorgedragen om een concerttour te geven voor het Erasmushuis en de Nederlandse ambassade in Indonesië. Dit land heeft altijd veel tot mijn verbeelding gesproken, maar ik was er nog nooit eerder geweest.
De concerten zouden zijn in april en gelukkig kwam het zo uit dat ik gedurende een periode geen eerder gemaakte engagementen had staan. Toch bleek deze periode erg kort, dus ik moest het doen met een bondige tour. Naast de concerten was er dus helaas geen tijd over voor sight seeing en het geven van masterclass. Ik had graag nog de Borobudur gezien, de Bromo vulkaan of de Nederlandse koloniale resten in Semarang. Ondanks dit was het een onvergetelijke week.
De tour ging van 1) Jakarta, waar ik optrad in het Erasmushuis, een nevengebouw van de Nederlandse ambassade dat tot doel heeft de uitwisseling van (Nederlandse) cultuur, naar 2) Semarang, waar een mooie zaal stond wat behoorde tot een piano/muziekschool, en tot slot naar 3) Surabaya waar een ruime 500 man publiek luisterde in de Ciputra Hall, een grote concertzaal dat onderdeel is van een groot complex dat onder andere een internationale basisschool huisvest, een muziekschool en waar taalcursussen worden gehouden.
De persoon die mij op deze reis begeleidde was Suni, met wie ik voorafgaand aan de reis veel contact had, maar voor het eerst ontmoette tijdens het ontbijt na mijn aankomst in Jakarta. Zij vertelde mij gelijk veel over Java, de Indonesiërs en de steden die we zouden bezoeken. En ook tijdens de tour kletsten we over van alles en nog wat. Suni groeide op in Nederland, maar haar ouders gaven haar ook een Indonesische opvoeding mee. De liefde voor Indonesië maakte dat ze besloot naar Indonesië 'terug' te keren.
In Jakarta speelde ik aldus in het Erasmushuis waar ik begroet werd door leden van de ambassade en een megaposter van mijzelf - iets dat ik op de reis vaker zou tegenkomen. In de zaal stond een grote Bösendorfer, wat altijd garant staat voor een warme en diepe klank: Een aangename binnenkomer na een lange vliegreis. Buiten de zaal was een scherm opgezet waarop men het concert ook live kon volgen. De opkomst was namelijk zo hoog dat niet iedereen een plek in de zaal kon krijgen.
Ik speelde die avond een programma rondom het thema Der Wanderer. Men had geen programmavelletje dus leidde ik elk stuk mondeling in. Dit gaf mij tevens de vrijheid het programma in elke zaal wat aan te passen. Aangezien de Wanderer thematiek sterk geassocieerd wordt met de Duitse romantiek en dit niet gelijk bij elke Indonesiër een belletje doet rinkelen heb ik in de concerten hierna van dit framewerk afgezien en in de plaats gekozen voor de melancholie als leidraad. Dit is immers een universeel menselijk gevoel en als bron van creatieve uitspattingen verantwoordelijk voor veel van de mooiste muziek.
Op het programma had ik stukken als de Mondschein Sonate van Beethoven, de Wanderer Fantasie van Schubert, een Nocturne van Chopin, maar ook Nederlandse hedendaagse werken van de componisten Jacob Ter Veldhuis, Joep Franssens en Peter Vigh. Daarnaast speelde ik Borobudur in Moonlight van Godowski, wat uiterst mysterieuze muziek is, en Debussy: Feux d'artifice en Clair du Lune.
In Semarang was ik uitgenodigd door de muziekminnende familie Harsono. Ik werd verwelkomd met een heerlijke rijsttafel. Bijzonder om deze familie op deze manier te mogen ontmoeten. Zij zijn de eigenaren van de muziekschool waar ik optrad.
In de zaal stond een Yamaha vleugel die ideaal was voor de ruimte. Het publiek dat kwam luisteren was gemengd, met net als in de andere zalen veel jonge mensen en ook heb ik enkele Nederlanders ontmoet. Wat mij verbaasde is dat haast iedereen achteraf een foto met je wil nemen. Het leuke is dat je dan iedereen even in de ogen kan kijken. En je merkt dat men echt van de muziek heeft genoten. De bekende stukken zoals de Mondschein sonate en Clair de Lune doet het natuurlijk erg goed. Maar ook van de minder voor de hand liggende, onbekende muziek, en de moderne klanken van Perpetuum mobile van Peter Vigh kan het publiek erg genieten. Men is erg nieuwsgierig naar deze nieuwe muziek.
Om deze interesse bij jonge mensen, van vaak mijn leeftijd of jonger, te zien, doet mij echt goed. Het schept voldoening, hoop en de wetenschap dat de vergrijzing in de klassieke muziek in Nederland niet aan de muziek zelf ligt, maar eerder aan de maatschappelijke situatie en hoe men opgroeit. Er zijn nogal wat verschillen. Een van de belangrijkste is misschien wel dat klassieke muziek voor veel Indonesiërs nieuw is, en dus hip, waar in Nederland vaak wordt gedacht dat het alleen voor oude mensen is.
Surabaya spande hierin de kroon. Nooit eerder speelde ik voor zoveel jonge mensen. De zaal was met 500 man ruim gevuld. Het gekke is dat, als er zoveel jonge mensen in de zaal zitten, je gelijk anders op het podium staat. Ik voelde me fysiek losser en meer ontspannen bij de algehele presentatie. Naderhand was er natuurlijk het vele lachen op de foto's, die ik later natuurlijk weer terugvond op Facebook. Iemand maakte hier een hele show van door me zijn magische kaarttrucs te laten zien. Ook dat vond zijn weg naar Facebook en YouTube.
Voorafgaand aan het concert was er ruimte voor een persconferentie. Enkele kranten wilden mij en Suni interviewen en foto's nemen. Een van de reporters was tevens docent godsdienst/religie aan de internationale school, en hij, Petrus, nodigde me spontaan uit voor een nachtelijke sightseeing tour door Surabaya bij hem achterop de motor - het verkeer wordt daar, net als in Jakarta, gedomineerd door motors en brommers. Petrus bezorgde me een onvergetelijke avond. Voorlopig mijn laatste avond in Indonesië.
De laatste dag mocht ik doorbrengen met twee studenten die ook betrokken waren bij de organisatie van het concert, Fikaa en Rival. Zij brachten me naar de beste saté plek in Surabaya en naar het Sampoerno museum - het beroemdste merk voor kretek (kruidnagel) sigaretten. Het museum huisvestte een aula waarin enkele honderden vrouwen met petjes handmatig de sigaretten rolden. Een wit petje stond voor 5000 sigaretten per uur, een rode voor 7000 per uur, en een zwarte voor meer dan 10000. De meeste vrouwen werken daar zo'n 6 uur per dag.
Later die dag moest ik afscheid nemen en het vliegtuig terug naar Nederland, met veel ervaringen en indrukken, ontmoetingen en herinneringen die ik een dierbare plek zal geven, en vooral ook met het vaste voornemen spoedig terug te keren.
Ik was buitengewoon verheugd toen ik hoorde dat mijn naam werd voorgedragen om een concerttour te geven voor het Erasmushuis en de Nederlandse ambassade in Indonesië. Dit land heeft altijd veel tot mijn verbeelding gesproken, maar ik was er nog nooit eerder geweest.
De concerten zouden zijn in april en gelukkig kwam het zo uit dat ik gedurende een periode geen eerder gemaakte engagementen had staan. Toch bleek deze periode erg kort, dus ik moest het doen met een bondige tour. Naast de concerten was er dus helaas geen tijd over voor sight seeing en het geven van masterclass. Ik had graag nog de Borobudur gezien, de Bromo vulkaan of de Nederlandse koloniale resten in Semarang. Ondanks dit was het een onvergetelijke week.
De tour ging van 1) Jakarta, waar ik optrad in het Erasmushuis, een nevengebouw van de Nederlandse ambassade dat tot doel heeft de uitwisseling van (Nederlandse) cultuur, naar 2) Semarang, waar een mooie zaal stond wat behoorde tot een piano/muziekschool, en tot slot naar 3) Surabaya waar een ruime 500 man publiek luisterde in de Ciputra Hall, een grote concertzaal dat onderdeel is van een groot complex dat onder andere een internationale basisschool huisvest, een muziekschool en waar taalcursussen worden gehouden.
De persoon die mij op deze reis begeleidde was Suni, met wie ik voorafgaand aan de reis veel contact had, maar voor het eerst ontmoette tijdens het ontbijt na mijn aankomst in Jakarta. Zij vertelde mij gelijk veel over Java, de Indonesiërs en de steden die we zouden bezoeken. En ook tijdens de tour kletsten we over van alles en nog wat. Suni groeide op in Nederland, maar haar ouders gaven haar ook een Indonesische opvoeding mee. De liefde voor Indonesië maakte dat ze besloot naar Indonesië 'terug' te keren.
In Jakarta speelde ik aldus in het Erasmushuis waar ik begroet werd door leden van de ambassade en een megaposter van mijzelf - iets dat ik op de reis vaker zou tegenkomen. In de zaal stond een grote Bösendorfer, wat altijd garant staat voor een warme en diepe klank: Een aangename binnenkomer na een lange vliegreis. Buiten de zaal was een scherm opgezet waarop men het concert ook live kon volgen. De opkomst was namelijk zo hoog dat niet iedereen een plek in de zaal kon krijgen.
Ik speelde die avond een programma rondom het thema Der Wanderer. Men had geen programmavelletje dus leidde ik elk stuk mondeling in. Dit gaf mij tevens de vrijheid het programma in elke zaal wat aan te passen. Aangezien de Wanderer thematiek sterk geassocieerd wordt met de Duitse romantiek en dit niet gelijk bij elke Indonesiër een belletje doet rinkelen heb ik in de concerten hierna van dit framewerk afgezien en in de plaats gekozen voor de melancholie als leidraad. Dit is immers een universeel menselijk gevoel en als bron van creatieve uitspattingen verantwoordelijk voor veel van de mooiste muziek.
Op het programma had ik stukken als de Mondschein Sonate van Beethoven, de Wanderer Fantasie van Schubert, een Nocturne van Chopin, maar ook Nederlandse hedendaagse werken van de componisten Jacob Ter Veldhuis, Joep Franssens en Peter Vigh. Daarnaast speelde ik Borobudur in Moonlight van Godowski, wat uiterst mysterieuze muziek is, en Debussy: Feux d'artifice en Clair du Lune.
In Semarang was ik uitgenodigd door de muziekminnende familie Harsono. Ik werd verwelkomd met een heerlijke rijsttafel. Bijzonder om deze familie op deze manier te mogen ontmoeten. Zij zijn de eigenaren van de muziekschool waar ik optrad.
In de zaal stond een Yamaha vleugel die ideaal was voor de ruimte. Het publiek dat kwam luisteren was gemengd, met net als in de andere zalen veel jonge mensen en ook heb ik enkele Nederlanders ontmoet. Wat mij verbaasde is dat haast iedereen achteraf een foto met je wil nemen. Het leuke is dat je dan iedereen even in de ogen kan kijken. En je merkt dat men echt van de muziek heeft genoten. De bekende stukken zoals de Mondschein sonate en Clair de Lune doet het natuurlijk erg goed. Maar ook van de minder voor de hand liggende, onbekende muziek, en de moderne klanken van Perpetuum mobile van Peter Vigh kan het publiek erg genieten. Men is erg nieuwsgierig naar deze nieuwe muziek.
Om deze interesse bij jonge mensen, van vaak mijn leeftijd of jonger, te zien, doet mij echt goed. Het schept voldoening, hoop en de wetenschap dat de vergrijzing in de klassieke muziek in Nederland niet aan de muziek zelf ligt, maar eerder aan de maatschappelijke situatie en hoe men opgroeit. Er zijn nogal wat verschillen. Een van de belangrijkste is misschien wel dat klassieke muziek voor veel Indonesiërs nieuw is, en dus hip, waar in Nederland vaak wordt gedacht dat het alleen voor oude mensen is.
Surabaya spande hierin de kroon. Nooit eerder speelde ik voor zoveel jonge mensen. De zaal was met 500 man ruim gevuld. Het gekke is dat, als er zoveel jonge mensen in de zaal zitten, je gelijk anders op het podium staat. Ik voelde me fysiek losser en meer ontspannen bij de algehele presentatie. Naderhand was er natuurlijk het vele lachen op de foto's, die ik later natuurlijk weer terugvond op Facebook. Iemand maakte hier een hele show van door me zijn magische kaarttrucs te laten zien. Ook dat vond zijn weg naar Facebook en YouTube.
Voorafgaand aan het concert was er ruimte voor een persconferentie. Enkele kranten wilden mij en Suni interviewen en foto's nemen. Een van de reporters was tevens docent godsdienst/religie aan de internationale school, en hij, Petrus, nodigde me spontaan uit voor een nachtelijke sightseeing tour door Surabaya bij hem achterop de motor - het verkeer wordt daar, net als in Jakarta, gedomineerd door motors en brommers. Petrus bezorgde me een onvergetelijke avond. Voorlopig mijn laatste avond in Indonesië.
De laatste dag mocht ik doorbrengen met twee studenten die ook betrokken waren bij de organisatie van het concert, Fikaa en Rival. Zij brachten me naar de beste saté plek in Surabaya en naar het Sampoerno museum - het beroemdste merk voor kretek (kruidnagel) sigaretten. Het museum huisvestte een aula waarin enkele honderden vrouwen met petjes handmatig de sigaretten rolden. Een wit petje stond voor 5000 sigaretten per uur, een rode voor 7000 per uur, en een zwarte voor meer dan 10000. De meeste vrouwen werken daar zo'n 6 uur per dag.
Later die dag moest ik afscheid nemen en het vliegtuig terug naar Nederland, met veel ervaringen en indrukken, ontmoetingen en herinneringen die ik een dierbare plek zal geven, en vooral ook met het vaste voornemen spoedig terug te keren.
|
|
Opnames gemaakt van het concert in Maxi Brain Semarang door iemand uit het publiek.